paulentooske.reismee.nl

Van cultuurdingetjes, billen en benen, verdwijningen, slijm en biermeisjes (oftewel, meer billen en benen)

Op zondag wordt hier in Chiang Mai altijd een erg leuke markt gehouden. Helaas is die zo leuk dat hij ook meestal overvol is en je er in een soort file doorheen wandelt. De markt begint pas echt tegen de avond, maar aangezien we deze avond opgehaald zouden worden door Sombat, een vriend van ons, om samen te gaan eten, waren we al vroeg richting de oude stad gegaan. Er stonden wel al wat kraampjes, maar het meeste moest nog opgebouwd worden, volgend weekend dus maar een nieuwe poging wagen. Om 6 uur haalden Sombat en zijn vriendin ons op en zijn we naar de andere kant van de rivier gegaan, naar een restaurant dat gevestigd is in een heel oud pand, dat oorspronkelijk gebouwd is voor een Chinese handelaar en waarvan de buitenkant nu weliswaar wat vervallen is (in Thailand staat onderhoud meestal niet zo hoog op de lijst van dingen die je moet doen), maar je kunt nog wel mooi zien dat de gevel oorspronkelijk heel mooi versierd was geweest met hele stucco-taferelen. Het eten was er heerlijk, maar gezien de nog steeds geldende censuur op voedselbeschrijvingen schakel ik eerst maar even over op een cultuurdingetje:
* *
In het hotel in Bangkok waar we aan het begin van deze reis zaten treedt iedere avond een zangeres op. Deze keer zong ze onder andere het onvergetelijke lied van Doris Day 'Que sera, sera. Whatever will be, will be. The future's not ours to see '... het is niet aan ons om de toekomst te zien.
Alleen zong deze zangeres steevast 'the futures are not ours to see' ...het is niet aan ons om de toekomsten te zien.... sinds die tijd vragen we ons af of dat nou gewoon een vergissing was of de boeddhistische versie van het lied, want als je telkens opnieuw geboren wordt dan barst je natuurlijk ook van de toekomsten.
* *
Inmiddels hadden we daar aan de rivier het toetje achter de kiezen, dus ik kan veilig verdergaan met mijn verhaal. Nadat Sombat ons weer naar het hotel had gebracht zijn we nog even naar de Chiang Mai saloon gegaan, waar we onder andere een Australisch stelletje tegen kwamen, waarvan de man zo dronken was dat vermoedelijk iedere plek ter wereld voor hem Down Under was. Toen hij hoorde dat we uit Nederland kwamen was hij erg blij, want hij kende enkele zinnetjes Nederlands en kon die nu mooi oefenen op ons. Nou heb ik geen idee wie hem Nederlands geleerd had, maar ik vermoed dat ook ten tijde van die lessen alcohol een grote rol gespeeld moet hebben. Naast onvergetelijke klassiekers als 'G*dverd*mme' en 'dikke billen' bestond het repertoire namelijk ook uit de altijd nuttige zin: 'wat staan je benen raar'. Nadat de dronkeman nog een heel aantal margarita´s besteld en over de grond gegoten had (zijn bewegingen waren inmiddels zo ongecontroleerd dat drinken te ingewikkeld was.... de natuur beschermt dronken mensen op een geheel eigen wijze!) ontdekte hij drie franse dames aan een tafel en besloot op hun zijn frans te gaan oefenen, waarbij hij even vergeten was dat hij geen frans sprak. Geen nood echter, hij riep de hulp in van zijn vriendin en vroeg haar hoe hij in het frans moest zeggen 'jullie zijn mooi'. Zijn vriendin was de flauwste niet en zegde hem, met steeds een paar woordjes tegelijk, keurig voor wat hij moest zeggen, zodat hij de franse dames kon vertellen wat ze al vermoedden: 'ik ben.....een grote...sukkel'

Oh, nog een cultuurdingetje (al is het een twijfelgeval, want er komt eten in voor):

* *
toen we met de collega's in Bangkok ijs zaten te eten (zoals in een eerder verslag beschreven), kwam er ook een zak zoute chips op tafel.... alleen zoet is namelijk niet lekker, er moet ook een andere smaak aan te pas komen!
Zo kun je hier ook meemaken dat je een isjje hebt met aardbeiensaus, waarbij in die saus ook zout zit of dat op je ijshoorntje nootjes zitten, maar dan wel zoute...het is even wennen!

* *
Op maandag besloten we op bezoek te gaan bij Kachama en Jean in hun winkel waar ze de prachtigste, door Kachama gemaakte, wandkleden hebben. Kort voor vertrek had ik nog op hun website gekeken of ze nog steeds zaten waar ze altijd al zaten (nou ja, altijd, sinds begin 2006, toen we uitgenodigd waren bij de opening van hun zaak) en ja hoor, daar zaten ze nog.
Nou ja, volgens de website dan, want toen we er aankwamen bleek er ineens een heel andere zaak te zitten. In het restaurantje daarnaast dus maar even gaan vragen of ze verhuisd waren, maar daar ontstond de nodige consternatie toen bleek dat we hoopten dat iemand van het restaurant engels sprak. Gelukkig merkte een van de gasten dat en was zo vriendelijk te tolken: 'ze zijn misschien verhuisd of gestopt (zo ver waren wij eigenlijk ook al), maar.... ze hebben een website!'

Gelukkig heeft ook dat deel van de stad genoeg leuks te bieden, dus ook zonder wandkleden hebben we ons er weten te vermaken, al proberen we nu al wel dagen Jean te bellen, maar krijgen we steeds de voicemail.

Eind van de middag waren we weer in de omgeving van het hotel en kwamen terecht bij een engelse pub waar de sfeer zo gezellig was dat we besloten er te blijven eten. Nou kun je sinds een aantal jaar in Engeland zelfs in de meest afgelegen pub over het algemeen heel erg lekker eten, maar deze engelsman was kennelijk geemigreerd voordat deze culinaire omslag plaats had gevonden (ja, ik realiseer me dat ik nu over eten schrijf, maar ik schaar het onder het kopje 'engelse cultuur' en dan mag het). Sterker nog, hij had denk ik niet alleen de recepten uit die tijd meegenomen, hij had ook, toen hij besloot te emigreren, zijn koffers vol gepakt met vis en was nu, een jaar of 20 later, bezig deze te verkopen. Het leek een keurig krokant gebakken visje, maar zodra je een mes in het korstje zette en er wat druk op zette kwam er een soort slijm uit gedropen (zie....dit is niet echt schrijven over eten!)

We komen ook al jaren bij een creperie van een frans stel hier in Chiang Mai, maar toen we daar laatst langswandelden was het niet alleen dicht (dat kan gebeuren, want het was vrij vroeg op de dag toen we er langs kwamen) maar er hing ook een geheel nieuw naambord op de gevel. Na het slijmvis-avontuur waren we echter wel toe aan een fatsoenlijk toetje en we besloten te gaan kijken of alleen de naam van die zaak veranderd was of dat er meer aan de hand was. Gelukkig bleek het alleen om een naamsverandering te gaan (en de kaart bleek enorm uitgebreid te zijn!), zodat we de avond toch nog smakelijk konden eindigen.

Op dinsdag heb ik eerst mijn obligatoire 50 baantjes gezwommen (zie, beste zeurkousen, dit keer schrijf ik het wel met een L, niet geheel toevallig natuurlijk, aangezien dat het symbool is dat de oude romeinen gebruikten om het getal 50 aan te geven en vorige keer had ik maar 40 baantjes gezwommen!) en daarna waren we er getuige van hoe iemand in een splinternieuwe auto, met de neus naar voren, enkele tientallen meters naar beneden stortte!!!!

Mission Impossible IV dus, in de bioscoop...een erg leuke film om even het heetste moment van de dag mee te ontlopen. (opvallend trouwens dat tegenwoordig airco's in thailand niet meer allemaal zo ijzig koud staan, vroeger had je voor een bioscoopbezoek een vest nodig).

Daarna naar het hotel waar we opgehaald zouden worden door alweer een andere vriendin (het lijkt wel een harem!), de zus van een van de collega's uit Bangkok, Nakorn.
Nakorn was zelf ook in Chiang Mai en hij had in Bangkok al gezegd dat hij het leuk zou vinden als we zijn familie zouden ontmoeten, die hier uit het noorden afkomstig is. De zus die ons afhaalde kenden we dus al, maar nu hebben we ook kennis gemaakt met de oudste zus van Nakorn en met zijn vader, een erg aardige (maar ja, iedereen in die familie is volgens mij de aardigheid zelve) man. Helaas waren de vrouw en zoon van Nakorn niet bij het etentje, ze waren erg vermoeid van een bezoek aan de Royal Flora show en, zoals Nakorn ons vertelde, ook wel wat bang voor een etentje samen met van die rare Farang (het thaise woord voor alles wat buitenlander is). We hebben ons erg proberen te gedragen en hebben niemand gebeten, dus wie weet durven ze het een volgende keer wel aan.
Het eten was in een prachtig restaurant aan de rivier (toen we er heen reden dacht ik even dat ze ons naar exact hetzelfde restaurant zouden brengen als waar we zondag met Sombat waren, maar dit was enkele deuren verder). Behalve dat het eten er onvoorstelbaar lekker was hadden ze er ook Heineken op de echte Thaise wijze.....compleet bevroren!
Krijg je een enorme bierpul voor je neus die zo uit de diepvries komt met daarin een soort van Heineken milkshake.... bij de eerste slok/hap een erg vreemde ervaring, maar uiteindelijk begint het dan toch wat te smelten en gaat het op echt bier lijken.
In dit restaurant kwamen we trouwens het eerste biermeisje van deze trip tegen. Een biermeisje is een in een jurkje met opdruk van een bepaald biermerk gehesen meisje, dat geacht wordt dat bier te promoten en dus ook steeds bij komt schenken aan tafel. Ik heb geen idee wat de gedachten bij Nederlandse reclame makers zijn als ze bier aan de man proberen te brengen, maar gezien kreten als 'ons bier' en 'heerlijk helder heineken'en zo, gaan ze vooral uit van het gezelligheid en de zuiverheid van het bierdrinken....dat is dus helemaal FOUT!!!!!!!!!!!!! Zo'n biermeisje werkt echt veel beter: een geblondeerde Thaise schone (als het ware met eigen schuimkraag dus) in een jurkje waar minder stof in verwerkt was dan in 1 sok van mij....ik weet wie van mij de gouden loeki mag winnen dit jaar! Tel daar nog het feit bij op dat bevroren bier schenken best een moeizame bedoening is, waarbij niet alleen de fles heftig heen en weer werd geschud en je zult begrijpen dat het een godswonder is dat ik niet iemand gebeten heb tijdens dat etentje!

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!